Niederländisch
Detailed Synonyms for verdacht in Niederländisch
verdacht:
-
verdacht
-
verdacht
-
verdacht
onbetrouwbaar; verdacht; duister; louche; onguur-
onbetrouwbaar Adjektiv
-
verdacht Adjektiv
-
duister Adjektiv
-
louche Adjektiv
-
onguur Adjektiv
-
-
verdacht
omstreden; twijfelachtig; betwist; bedenkelijk; dubieus; verdacht; kwestieus-
omstreden Adjektiv
-
twijfelachtig Adjektiv
-
betwist Adjektiv
-
bedenkelijk Adjektiv
-
dubieus Adjektiv
-
verdacht Adjektiv
-
kwestieus Adjektiv
-
-
verdacht
– erop voorbereid 1 -
verdacht
– niet helemaal betrouwbaar 1
Verwandte Wörter für "verdacht":
Verwandte Definitionen für "verdacht":
verdenken:
-
verdenken
beschuldigen; verdenken; incrimineren; verdacht maken; betichten-
verdacht maken Verb (maak verdacht, maakt verdacht, maakte verdacht, maakten verdacht, verdacht gemaakt)
Konjugationen für verdenken:
o.t.t.
- verdenk
- verdenkt
- verdenkt
- verdenken
- verdenken
- verdenken
o.v.t.
- verdacht
- verdacht
- verdacht
- verdachten
- verdachten
- verdachten
v.t.t.
- heb verdacht
- hebt verdacht
- heeft verdacht
- hebben verdacht
- hebben verdacht
- hebben verdacht
v.v.t.
- had verdacht
- had verdacht
- had verdacht
- hadden verdacht
- hadden verdacht
- hadden verdacht
o.t.t.t.
- zal verdenken
- zult verdenken
- zal verdenken
- zullen verdenken
- zullen verdenken
- zullen verdenken
o.v.t.t.
- zou verdenken
- zou verdenken
- zou verdenken
- zouden verdenken
- zouden verdenken
- zouden verdenken
diversen
- verdenk!
- verdenkt!
- verdacht
- verdenkend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze