Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. verbitteren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for verbitteren in Niederländisch

verbitteren:

verbitteren Verb (verbitter, verbittert, verbitterde, verbitterden, verbitterd)

  1. verbitteren
    vergrammen; verbitteren
    • vergrammen Verb (vergram, vergramt, vergramde, vergramden, vergramd)
    • verbitteren Verb (verbitter, verbittert, verbitterde, verbitterden, verbitterd)

Konjugationen für verbitteren:

o.t.t.
  1. verbitter
  2. verbittert
  3. verbittert
  4. verbitteren
  5. verbitteren
  6. verbitteren
o.v.t.
  1. verbitterde
  2. verbitterde
  3. verbitterde
  4. verbitterden
  5. verbitterden
  6. verbitterden
v.t.t.
  1. heb verbitterd
  2. hebt verbitterd
  3. heeft verbitterd
  4. hebben verbitterd
  5. hebben verbitterd
  6. hebben verbitterd
v.v.t.
  1. had verbitterd
  2. had verbitterd
  3. had verbitterd
  4. hadden verbitterd
  5. hadden verbitterd
  6. hadden verbitterd
o.t.t.t.
  1. zal verbitteren
  2. zult verbitteren
  3. zal verbitteren
  4. zullen verbitteren
  5. zullen verbitteren
  6. zullen verbitteren
o.v.t.t.
  1. zou verbitteren
  2. zou verbitteren
  3. zou verbitteren
  4. zouden verbitteren
  5. zouden verbitteren
  6. zouden verbitteren
diversen
  1. verbitter!
  2. verbittert!
  3. verbitterd
  4. verbitterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze