Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. veelheid:
  2. veel:


Niederländisch

Detailed Synonyms for veelheid in Niederländisch

veelheid:

veelheid [de ~ (v)] Nomen

  1. de veelheid
    de veelheid; de talrijkheid

Verwandte Wörter für "veelheid":


veel:

veel Adjektiv

  1. veel
    veel
  2. veel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    veel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    • veel Adjektiv
      • zij hebben veel kinderen1
    menig; menigeen

veel adv

  1. veel
  2. veel
    – op veel momenten, veel keren 1
    veel; vaak; dikwijls
    – op veel momenten, veel keren 1
    • veel adv
      • zij kijken veel televisie1
    • vaak adv
      • ik ga vaak op vakantie naar het buitenland1
    • dikwijls adv
      • Mehmet gaat dikwijls op reis1

veel [de ~] Nomen

  1. de veel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    de veel; de hoop; de massa; de stoot; de boel
    – grote hoeveelheid, groot aantal 1
    • veel [de ~] Nomen
      • zij hebben veel kinderen1
    • hoop [de ~ (m)] Nomen
      • wat een hoop snoepjes heb jij!1
    • massa [de ~] Nomen
      • ik heb een massa boeken1
    • stoot [de ~ (m)] Nomen
      • ik heb een stoot boeken gekocht1
    • boel [de ~ (m)] Nomen
      • er zijn een boel mensen op straat1

Verwandte Wörter für "veel":


Alternate Synonyms for "veel":


Antonyme für "veel":


Verwandte Definitionen für "veel":

  1. grote hoeveelheid, groot aantal1
    • zij hebben veel kinderen1
  2. op veel momenten, veel keren1
    • zij kijken veel televisie1