Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. van zijn stuk brengen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for van zijn stuk brengen in Niederländisch

van zijn stuk brengen:

van zijn stuk brengen Verb (breng van zijn stuk, brengt van zijn stuk, bracht van zijn stuk, brachten van zijn stuk, van zijn stuk gebracht)

  1. van zijn stuk brengen
    van zijn stuk brengen; verwarren; ontredderen; in de war brengen
    • van zijn stuk brengen Verb (breng van zijn stuk, brengt van zijn stuk, bracht van zijn stuk, brachten van zijn stuk, van zijn stuk gebracht)
    • verwarren Verb (verwar, verwart, verwarde, verwarden, verward)
    • ontredderen Verb (ontredder, ontreddert, ontredderde, ontredderden, ontredderd)
    • in de war brengen Verb (breng in de war, brengt in de war, bracht in de war, brachten in de war, in de war gebracht)

Konjugationen für van zijn stuk brengen:

o.t.t.
  1. breng van zijn stuk
  2. brengt van zijn stuk
  3. brengt van zijn stuk
  4. brengen van zijn stuk
  5. brengen van zijn stuk
  6. brengen van zijn stuk
o.v.t.
  1. bracht van zijn stuk
  2. bracht van zijn stuk
  3. bracht van zijn stuk
  4. brachten van zijn stuk
  5. brachten van zijn stuk
  6. brachten van zijn stuk
v.t.t.
  1. heb van zijn stuk gebracht
  2. hebt van zijn stuk gebracht
  3. heeft van zijn stuk gebracht
  4. hebben van zijn stuk gebracht
  5. hebben van zijn stuk gebracht
  6. hebben van zijn stuk gebracht
v.v.t.
  1. had van zijn stuk gebracht
  2. had van zijn stuk gebracht
  3. had van zijn stuk gebracht
  4. hadden van zijn stuk gebracht
  5. hadden van zijn stuk gebracht
  6. hadden van zijn stuk gebracht
o.t.t.t.
  1. zal van zijn stuk brengen
  2. zult van zijn stuk brengen
  3. zal van zijn stuk brengen
  4. zullen van zijn stuk brengen
  5. zullen van zijn stuk brengen
  6. zullen van zijn stuk brengen
o.v.t.t.
  1. zou van zijn stuk brengen
  2. zou van zijn stuk brengen
  3. zou van zijn stuk brengen
  4. zouden van zijn stuk brengen
  5. zouden van zijn stuk brengen
  6. zouden van zijn stuk brengen
en verder
  1. ben van zijn stuk gebracht
  2. bent van zijn stuk gebracht
  3. is van zijn stuk gebracht
  4. zijn van zijn stuk gebracht
  5. zijn van zijn stuk gebracht
  6. zijn van zijn stuk gebracht
diversen
  1. breng van zijn stuk!
  2. brengt van zijn stuk!
  3. van zijn stuk gebracht
  4. van zijn stuk brengend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for van zijn stuk brengen