Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. uitgang:


Niederländisch

Detailed Synonyms for uitgang in Niederländisch

uitgang:

uitgang [de ~ (m)] Nomen

  1. de uitgang
    de uitgang; de uitloop; de uitweg
  2. de uitgang
    de uitgang
  3. de uitgang
    – opening waardoor je naar buiten gaat 1
    de uitgang
    – opening waardoor je naar buiten gaat 1
    • uitgang [de ~ (m)] Nomen
      • weet u waar de uitgang van dit gebouw is?1

Antonyme für "uitgang":


Verwandte Definitionen für "uitgang":

  1. opening waardoor je naar buiten gaat1
    • weet u waar de uitgang van dit gebouw is?1