Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze ruisen

Synonyms for "ruisen" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

ruisen:
- suizen; ruisen; suizelen; zacht ruisen
ruis:
- ruis; geruis

Niederländisch

Detailed Synonyms for ruisen in Niederländisch

ruisen:

ruisen Verb

ruisen
suizen; ruisen; suizelen
- suizen Verb (suis, suist, suiste, suisten, gesuist)
- ruisen Verb
- suizelen Verb (suizel, suizelt, suizelde, suizelden, gesuizeld)
ruisen
ruisen
- ruisen Verb
ruisen
ruisen; zacht ruisen
- ruisen Verb
- zacht ruisen Verb

Verwandte Wörter für "ruisen":

ruis

ruisen form of ruis:

ruis [de ~ (m)] Nomen

de ruis
de ruis; het geruis
- ruis [de ~ (m)] Nomen
- geruis [het ~] Nomen

Verwandte Wörter für "ruis":

ruisen, ruizen, rui

Related Synonyms for ruisen

zacht ruisen