Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. resumeren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for resumeren in Niederländisch

resumeren:

resumeren Verb (resumeer, resumeert, resumeerde, resumeerden, geresumeerd)

  1. resumeren
    resumeren
    • resumeren Verb (resumeer, resumeert, resumeerde, resumeerden, geresumeerd)

Konjugationen für resumeren:

o.t.t.
  1. resumeer
  2. resumeert
  3. resumeert
  4. resumeren
  5. resumeren
  6. resumeren
o.v.t.
  1. resumeerde
  2. resumeerde
  3. resumeerde
  4. resumeerden
  5. resumeerden
  6. resumeerden
v.t.t.
  1. heb geresumeerd
  2. hebt geresumeerd
  3. heeft geresumeerd
  4. hebben geresumeerd
  5. hebben geresumeerd
  6. hebben geresumeerd
v.v.t.
  1. had geresumeerd
  2. had geresumeerd
  3. had geresumeerd
  4. hadden geresumeerd
  5. hadden geresumeerd
  6. hadden geresumeerd
o.t.t.t.
  1. zal resumeren
  2. zult resumeren
  3. zal resumeren
  4. zullen resumeren
  5. zullen resumeren
  6. zullen resumeren
o.v.t.t.
  1. zou resumeren
  2. zou resumeren
  3. zou resumeren
  4. zouden resumeren
  5. zouden resumeren
  6. zouden resumeren
diversen
  1. resumeer!
  2. resumeert!
  3. geresumeerd
  4. resumerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze