Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. rentenieren:
  2. rentenier:


Niederländisch

Detailed Synonyms for rentenieren in Niederländisch

rentenieren:

rentenieren Verb (rentenier, renteniert, rentenierde, rentenierden, gerentenierd)

  1. rentenieren
    rentenieren
    • rentenieren Verb (rentenier, renteniert, rentenierde, rentenierden, gerentenierd)

Konjugationen für rentenieren:

o.t.t.
  1. rentenier
  2. renteniert
  3. renteniert
  4. rentenieren
  5. rentenieren
  6. rentenieren
o.v.t.
  1. rentenierde
  2. rentenierde
  3. rentenierde
  4. rentenierden
  5. rentenierden
  6. rentenierden
v.t.t.
  1. heb gerentenierd
  2. hebt gerentenierd
  3. heeft gerentenierd
  4. hebben gerentenierd
  5. hebben gerentenierd
  6. hebben gerentenierd
v.v.t.
  1. had gerentenierd
  2. had gerentenierd
  3. had gerentenierd
  4. hadden gerentenierd
  5. hadden gerentenierd
  6. hadden gerentenierd
o.t.t.t.
  1. zal rentenieren
  2. zult rentenieren
  3. zal rentenieren
  4. zullen rentenieren
  5. zullen rentenieren
  6. zullen rentenieren
o.v.t.t.
  1. zou rentenieren
  2. zou rentenieren
  3. zou rentenieren
  4. zouden rentenieren
  5. zouden rentenieren
  6. zouden rentenieren
diversen
  1. rentenier!
  2. renteniert!
  3. gerentenierd
  4. rentenierend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "rentenieren":


rentenieren form of rentenier:

rentenier [de ~ (m)] Nomen

  1. de rentenier
    de rentenier

Verwandte Wörter für "rentenier":