Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. overweg kunnen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for overweg kunnen in Niederländisch

overweg kunnen:

overweg kunnen Verb (kan overweg, kunt overweg, kon overweg, konden overweg, overweg gekund)

  1. overweg kunnen
    overweg kunnen
    • overweg kunnen Verb (kan overweg, kunt overweg, kon overweg, konden overweg, overweg gekund)

Konjugationen für overweg kunnen:

o.t.t.
  1. kan overweg
  2. kunt overweg
  3. kan overweg
  4. kunnen overweg
  5. kunnen overweg
  6. kunnen overweg
o.v.t.
  1. kon overweg
  2. kon overweg
  3. kon overweg
  4. konden overweg
  5. konden overweg
  6. konden overweg
v.t.t.
  1. heb overweg gekund
  2. hebt overweg gekund
  3. heeft overweg gekund
  4. hebben overweg gekund
  5. hebben overweg gekund
  6. hebben overweg gekund
v.v.t.
  1. had overweg gekund
  2. had overweg gekund
  3. had overweg gekund
  4. hadden overweg gekund
  5. hadden overweg gekund
  6. hadden overweg gekund
o.t.t.t.
  1. zal overweg kunnen
  2. zult overweg kunnen
  3. zal overweg kunnen
  4. zullen overweg kunnen
  5. zullen overweg kunnen
  6. zullen overweg kunnen
o.v.t.t.
  1. zou overweg kunnen
  2. zou overweg kunnen
  3. zou overweg kunnen
  4. zouden overweg kunnen
  5. zouden overweg kunnen
  6. zouden overweg kunnen
diversen
  1. kan overweg!
  2. overweg gekund
  3. overweg kunnend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for overweg kunnen