Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. onderstrepen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for onderstrepen in Niederländisch

onderstrepen:

onderstrepen Verb (onderstreep, onderstreept, onderstreepte, onderstreepten, onderstreept)

  1. onderstrepen
    onderstrepen
    • onderstrepen Verb (onderstreep, onderstreept, onderstreepte, onderstreepten, onderstreept)

Konjugationen für onderstrepen:

o.t.t.
  1. onderstreep
  2. onderstreept
  3. onderstreept
  4. onderstrepen
  5. onderstrepen
  6. onderstrepen
o.v.t.
  1. onderstreepte
  2. onderstreepte
  3. onderstreepte
  4. onderstreepten
  5. onderstreepten
  6. onderstreepten
v.t.t.
  1. heb onderstreept
  2. hebt onderstreept
  3. heeft onderstreept
  4. hebben onderstreept
  5. hebben onderstreept
  6. hebben onderstreept
v.v.t.
  1. had onderstreept
  2. had onderstreept
  3. had onderstreept
  4. hadden onderstreept
  5. hadden onderstreept
  6. hadden onderstreept
o.t.t.t.
  1. zal onderstrepen
  2. zult onderstrepen
  3. zal onderstrepen
  4. zullen onderstrepen
  5. zullen onderstrepen
  6. zullen onderstrepen
o.v.t.t.
  1. zou onderstrepen
  2. zou onderstrepen
  3. zou onderstrepen
  4. zouden onderstrepen
  5. zouden onderstrepen
  6. zouden onderstrepen
diversen
  1. onderstreep!
  2. onderstreept!
  3. onderstreept
  4. onderstrepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze