"misnoegen": Synonyms in Niederländisch--Interglot

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

misnoegen:
- irritatie; ergernis; aanstoot; misnoegen; onbehagen; onvrede; onmin; onaangenaamheid; ontevredenheid; onbehaaglijkheid; ongenoegen

Niederländisch

Detailed Synonyms for misnoegen in Niederländisch

het misnoegen
de irritatie; de ergernis; de aanstoot; het misnoegen
- irritatie [de ~ (v)] Nomen
- ergernis [de ~ (v)] Nomen
- aanstoot [de ~ (m)] Nomen
- misnoegen [het ~] Nomen
het misnoegen
het onbehagen; de onvrede; het misnoegen; de onmin
- onbehagen [het ~] Nomen
- onvrede [de ~] Nomen
- misnoegen [het ~] Nomen
- onmin [de ~] Nomen
het misnoegen
het onbehagen; de onvrede; de onaangenaamheid; de ontevredenheid; het misnoegen; de onbehaaglijkheid
- onbehagen [het ~] Nomen
- onvrede [de ~] Nomen
- onaangenaamheid [de ~ (v)] Nomen
- ontevredenheid [de ~ (v)] Nomen
- misnoegen [het ~] Nomen
- onbehaaglijkheid [de ~ (v)] Nomen
het misnoegen
de ontevredenheid; het ongenoegen; het misnoegen
- ontevredenheid [de ~ (v)] Nomen
- ongenoegen [het ~] Nomen
- misnoegen [het ~] Nomen