Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze losbandigheid

Synonyms for "losbandigheid" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

losbandigheid:
- buitensporigheid; losbandigheid; zedeloosheid; uitspatting; bandeloosheid
losbandig:
- losbandig; frivool; wuft; hups; lichtzinnig; tuchteloos; vrij; ongebonden; ongebreideld; bandeloos

Niederländisch

Detailed Synonyms for losbandigheid in Niederländisch

losbandigheid:

losbandigheid [de ~ (v)] Nomen

de losbandigheid
de buitensporigheid; de losbandigheid; de zedeloosheid; de uitspatting; de bandeloosheid
- buitensporigheid [de ~ (v)] Nomen
- losbandigheid [de ~ (v)] Nomen
- zedeloosheid [de ~ (v)] Nomen
- uitspatting [de ~ (v)] Nomen
- bandeloosheid [de ~ (v)] Nomen

Verwandte Wörter für "losbandigheid":

losbandigheden, losbandig

losbandig:

losbandig Adjektiv

losbandig
losbandig; frivool; wuft; hups; lichtzinnig
- losbandig Adjektiv
- frivool Adjektiv
- wuft Adjektiv
- hups Adjektiv
- lichtzinnig Adjektiv
losbandig
losbandig; tuchteloos
- losbandig Adjektiv
- tuchteloos Adjektiv
losbandig
vrij; losbandig; ongebonden; ongebreideld; bandeloos
- vrij Adjektiv
- losbandig Adjektiv
- ongebonden Adjektiv
- ongebreideld Adjektiv
- bandeloos Adjektiv

Verwandte Wörter für "losbandig":

losbandigheid, losbandige