Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. lofprijzen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for lofprijzen in Niederländisch

lofprijzen:

lofprijzen Verb (lofprijs, lofprijst, lofprees, lofprezen, lofgeprezen)

  1. lofprijzen
    lofprijzen
    • lofprijzen Verb (lofprijs, lofprijst, lofprees, lofprezen, lofgeprezen)

Konjugationen für lofprijzen:

o.t.t.
  1. lofprijs
  2. lofprijst
  3. lofprijst
  4. lofprijzen
  5. lofprijzen
  6. lofprijzen
o.v.t.
  1. lofprees
  2. lofprees
  3. lofprees
  4. lofprezen
  5. lofprezen
  6. lofprezen
v.t.t.
  1. heb lofgeprezen
  2. hebt lofgeprezen
  3. heeft lofgeprezen
  4. hebben lofgeprezen
  5. hebben lofgeprezen
  6. hebben lofgeprezen
v.v.t.
  1. had lofgeprezen
  2. had lofgeprezen
  3. had lofgeprezen
  4. hadden lofgeprezen
  5. hadden lofgeprezen
  6. hadden lofgeprezen
o.t.t.t.
  1. zal lofprijzen
  2. zult lofprijzen
  3. zal lofprijzen
  4. zullen lofprijzen
  5. zullen lofprijzen
  6. zullen lofprijzen
o.v.t.t.
  1. zou lofprijzen
  2. zou lofprijzen
  3. zou lofprijzen
  4. zouden lofprijzen
  5. zouden lofprijzen
  6. zouden lofprijzen
en verder
  1. ben lofgeprezen
  2. bent lofgeprezen
  3. is lofgeprezen
  4. zijn lofgeprezen
  5. zijn lofgeprezen
  6. zijn lofgeprezen
diversen
  1. lofprijs!
  2. lofprijst!
  3. lofgeprezen
  4. lofprijzend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze