Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. legen:
  2. leg:


Niederländisch

Detailed Synonyms for legen in Niederländisch

legen:

legen Verb

  1. legen
    legen; leegmaken; leeghalen; ledigen
    • legen Verb
    • leegmaken Verb (maak leeg, maakt leeg, maakte leeg, maakten leeg, leeggemaakt)
    • leeghalen Verb (haal leeg, haalt leeg, haalde leeg, haalden leeg, leeggehaald)
    • ledigen Verb (ledig, ledigt, ledigde, ledigden, geledigd)

Verwandte Wörter für "legen":


legen form of leg:

leg [de ~ (m)] Nomen

  1. de leg
    de leg
    • leg [de ~ (m)] Nomen

Verwandte Wörter für "leg":