Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. kom:
  2. komen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for kom in Niederländisch

kom:

kom [de ~] Nomen

  1. de kom
    de kom; gewrichtskom; gewrichtsholte

Verwandte Wörter für "kom":


kom form of komen:

komen [znw.] Nomen

  1. komen
    komen; aankomen; arriveren

komen Verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)

  1. komen
    komen
    • komen Verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)
  2. komen
    – de plaats bereiken, er verschijnen 1
    komen
    – de plaats bereiken, er verschijnen 1
    • komen Verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)
      • vader komt thuis1
  3. komen
    – eruit ontstaan 1
    komen
    – eruit ontstaan 1
    • komen Verb (kom, komt, kwam, kwamen, gekomen)
      • er komt bloed uit de wond1

Konjugationen für komen:

o.t.t.
  1. kom
  2. komt
  3. komt
  4. komen
  5. komen
  6. komen
o.v.t.
  1. kwam
  2. kwam
  3. kwam
  4. kwamen
  5. kwamen
  6. kwamen
v.t.t.
  1. ben gekomen
  2. bent gekomen
  3. is gekomen
  4. zijn gekomen
  5. zijn gekomen
  6. zijn gekomen
v.v.t.
  1. was gekomen
  2. was gekomen
  3. was gekomen
  4. waren gekomen
  5. waren gekomen
  6. waren gekomen
o.t.t.t.
  1. zal komen
  2. zult komen
  3. zal komen
  4. zullen komen
  5. zullen komen
  6. zullen komen
o.v.t.t.
  1. zou komen
  2. zou komen
  3. zou komen
  4. zouden komen
  5. zouden komen
  6. zouden komen
diversen
  1. kom!
  2. komt!
  3. gekomen
  4. komend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "komen":


Antonyme für "komen":


Verwandte Definitionen für "komen":

  1. de plaats bereiken, er verschijnen1
    • vader komt thuis1
  2. eruit ontstaan1
    • er komt bloed uit de wond1