Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. kaas:
  2. kazen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for kaas in Niederländisch

kaas:

kaas [de ~ (m)] Nomen

  1. de kaas
    de kaas
    • kaas [de ~ (m)] Nomen
  2. de kaas
    – uit melk gemaakt broodbeleg 1
    de kaas
    – uit melk gemaakt broodbeleg 1
    • kaas [de ~ (m)] Nomen
      • wil je kaas op je boterham?1

Verwandte Wörter für "kaas":


Verwandte Definitionen für "kaas":

  1. uit melk gemaakt broodbeleg1
    • wil je kaas op je boterham?1

kaas form of kazen:

kazen Verb (kaas, kaast, kaasde, kaasden, gekaasd)

  1. kazen
    kazen
    • kazen Verb (kaas, kaast, kaasde, kaasden, gekaasd)

Konjugationen für kazen:

o.t.t.
  1. kaas
  2. kaast
  3. kaast
  4. kazen
  5. kazen
  6. kazen
o.v.t.
  1. kaasde
  2. kaasde
  3. kaasde
  4. kaasden
  5. kaasden
  6. kaasden
v.t.t.
  1. heb gekaasd
  2. hebt gekaasd
  3. heeft gekaasd
  4. hebben gekaasd
  5. hebben gekaasd
  6. hebben gekaasd
v.v.t.
  1. had gekaasd
  2. had gekaasd
  3. had gekaasd
  4. hadden gekaasd
  5. hadden gekaasd
  6. hadden gekaasd
o.t.t.t.
  1. zal kazen
  2. zult kazen
  3. zal kazen
  4. zullen kazen
  5. zullen kazen
  6. zullen kazen
o.v.t.t.
  1. zou kazen
  2. zou kazen
  3. zou kazen
  4. zouden kazen
  5. zouden kazen
  6. zouden kazen
diversen
  1. kaas!
  2. kaast!
  3. gekaasd
  4. kazend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "kazen":


Related Synonyms for kaas