Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. hut:


Niederländisch

Detailed Synonyms for hut in Niederländisch

hut:

hut [de ~] Nomen

  1. de hut
    de hut; de cabine; de kajuit
  2. de hut
    de hut; het hutje; het hok
    • hut [de ~] Nomen
    • hutje [het ~] Nomen
    • hok [het ~] Nomen
  3. de hut
    het kot; armoedige woning; de hut
  4. de hut
    de hut; herdershut
  5. de hut
    – kamer op een boot 1
    de hut
    – kamer op een boot 1
    • hut [de ~] Nomen
      • we hadden tijdens de bootreis een hut voor twee personen1
  6. de hut
    – primitief huisje 1
    de hut
    – primitief huisje 1
    • hut [de ~] Nomen
      • ze wonen in een soort hut van planken1

Verwandte Wörter für "hut":


Verwandte Definitionen für "hut":

  1. kamer op een boot1
    • we hadden tijdens de bootreis een hut voor twee personen1
  2. primitief huisje1
    • ze wonen in een soort hut van planken1