Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. huishouden:


Niederländisch

Detailed Synonyms for huishouden in Niederländisch

huishouden:

huishouden [het ~] Nomen

  1. het huishouden
    het huishouden; de huishouding
  2. het huishouden
    het huishouden
  3. het huishouden
    – al het werk dat in huis gedaan moet worden 1
    het huishouden
    – al het werk dat in huis gedaan moet worden 1
    • huishouden [het ~] Nomen
      • zijn vrouw zorgt voor het huishouden1
  4. het huishouden
    – bewoners van een huis, gezin 1
    het huishouden
    – bewoners van een huis, gezin 1
    • huishouden [het ~] Nomen
      • het is een rommelig huishouden bij die studenten1

Verwandte Wörter für "huishouden":

  • huishoudens, huishoudentje, huishoudentjes

Alternate Synonyms for "huishouden":


Verwandte Definitionen für "huishouden":

  1. al het werk dat in huis gedaan moet worden1
    • zijn vrouw zorgt voor het huishouden1
  2. bewoners van een huis, gezin1
    • het is een rommelig huishouden bij die studenten1