Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. gom:
  2. uitgommen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for gom in Niederländisch

gom:

gom [de ~ (m)] Nomen

  1. de gom
    de gom
    • gom [de ~ (m)] Nomen

Verwandte Wörter für "gom":

  • gommen

uitgommen:

uitgommen Verb (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)

  1. uitgommen
    wissen; uitwissen; wegvegen; uitvegen; vlakken; uitgommen; uitvlakken
    • wissen Verb (wis, wist, wiste, wisten, gewist)
    • uitwissen Verb (wis uit, wist uit, wiste uit, wisten uit, uitgewist)
    • wegvegen Verb (veeg weg, veegt weg, veegde weg, veegden weg, weggeveegd)
    • uitvegen Verb (veeg uit, veegt uit, veegde uit, veegden uit, uitgeveegd)
    • vlakken Verb (vlak, vlakt, vlakte, vlakten, gevlakt)
    • uitgommen Verb (gom, gomt, gomde, gomden, uitgegomd)
    • uitvlakken Verb (vlak uit, vlakt uit, vlakte uit, vlakten uit, uitgevlakt)

Konjugationen für uitgommen:

o.t.t.
  1. gom
  2. gomt
  3. gomt
  4. gommen
  5. gommen
  6. gommen
o.v.t.
  1. gomde
  2. gomde
  3. gomde
  4. gomden
  5. gomden
  6. gomden
v.t.t.
  1. heb uitgegomd
  2. hebt uitgegomd
  3. heeft uitgegomd
  4. hebben uitgegomd
  5. hebben uitgegomd
  6. hebben uitgegomd
v.v.t.
  1. had uitgegomd
  2. had uitgegomd
  3. had uitgegomd
  4. hadden uitgegomd
  5. hadden uitgegomd
  6. hadden uitgegomd
o.t.t.t.
  1. zal uitgommen
  2. zult uitgommen
  3. zal uitgommen
  4. zullen uitgommen
  5. zullen uitgommen
  6. zullen uitgommen
o.v.t.t.
  1. zou uitgommen
  2. zou uitgommen
  3. zou uitgommen
  4. zouden uitgommen
  5. zouden uitgommen
  6. zouden uitgommen
en verder
  1. ben uitgegomd
  2. bent uitgegomd
  3. is uitgegomd
  4. zijn uitgegomd
  5. zijn uitgegomd
  6. zijn uitgegomd
diversen
  1. gom!
  2. gomt!
  3. uitgegomd
  4. uitgommend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for gom