Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. genieten:


Niederländisch

Detailed Synonyms for genieten in Niederländisch

genieten:

genieten Verb (geniet, genoot, genoten, genoten)

  1. genieten
    – er plezier aan beleven 1
    genieten
    – er plezier aan beleven 1
    • genieten Verb (geniet, genoot, genoten, genoten)
      • we hebben erg genoten van die muziek1
    amuseren; genot hebben van
  2. genieten
    – er plezier aan beleven 1
    genieten
    – er plezier aan beleven 1
    • genieten Verb (geniet, genoot, genoten, genoten)
      • we hebben erg genoten van die muziek1

Konjugationen für genieten:

o.t.t.
  1. geniet
  2. geniet
  3. geniet
  4. genieten
  5. genieten
  6. genieten
o.v.t.
  1. genoot
  2. genoot
  3. genoot
  4. genoten
  5. genoten
  6. genoten
v.t.t.
  1. heb genoten
  2. hebt genoten
  3. heeft genoten
  4. hebben genoten
  5. hebben genoten
  6. hebben genoten
v.v.t.
  1. had genoten
  2. had genoten
  3. had genoten
  4. hadden genoten
  5. hadden genoten
  6. hadden genoten
o.t.t.t.
  1. zal genieten
  2. zult genieten
  3. zal genieten
  4. zullen genieten
  5. zullen genieten
  6. zullen genieten
o.v.t.t.
  1. zou genieten
  2. zou genieten
  3. zou genieten
  4. zouden genieten
  5. zouden genieten
  6. zouden genieten
diversen
  1. geniet!
  2. geniet!
  3. genoten
  4. genietend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

genieten [znw.] Nomen

  1. genieten
    – er plezier aan beleven 1
    het genot; de geneugte
    genieten
    – er plezier aan beleven 1
    • genieten [znw.] Nomen
      • we hebben erg genoten van die muziek1

Antonyme für "genieten":


Verwandte Definitionen für "genieten":

  1. er plezier aan beleven1
    • we hebben erg genoten van die muziek1

Related Synonyms for genieten