Übersicht
Niederländisch Synonyms: mehr Daten
-
flink:
- stoer; flink; behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; sterk; krachtig; stevig; fysiek sterk; ferm; trots; groots; glorieus; fier; prat; solide; robuust; stevig gebouwd; fiks; potig; moedig; dapper; moreel sterk; goed
- flink
Niederländisch
Detailed Synonyms for flink in Niederländisch
flink:
-
flink
-
flink
behoorlijk; aanzienlijk; enorm; beduidend; aanmerkelijk; fors; flink-
behoorlijk Adjektiv
-
aanzienlijk Adjektiv
-
enorm Adjektiv
-
beduidend Adjektiv
-
aanmerkelijk Adjektiv
-
fors Adjektiv
-
flink Adjektiv
-
-
flink
-
flink
-
flink
-
flink
-
flink
-
flink
moedig; flink; dapper; ferm; moreel sterk-
moedig Adjektiv
-
flink Adjektiv
-
dapper Adjektiv
-
ferm Adjektiv
-
moreel sterk Adjektiv
-
-
flink
– erg, zeer 1 -
flink
– wie zich goed houdt als hij iets vervelends meemaakt 1 -
flink
– nogal groot 1