Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze feit

Synonyms for "feit" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

feit:
- feit; gebeurtenis; voorval; incident; gegeven; data

Niederländisch

Detailed Synonyms for feit in Niederländisch

feit:

feit [het ~] Nomen

het feit
het feit
- feit [het ~] Nomen
het feit
de gebeurtenis; het voorval; het incident; het feit
- gebeurtenis [de ~ (v)] Nomen
- voorval [het ~] Nomen
- incident [het ~] Nomen
- feit [het ~] Nomen
het feit

– wat bekend is of wat je weet ¹
het gegeven; het feit; data
– wat bekend is of wat je weet ¹
- gegeven [het ~] Nomen
  - als ik alle gegevens heb, schrijf ik een rapport¹
- feit [het ~] Nomen
  - de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan¹
- data
  - voer je deze data in de computer in?¹

Verwandte Wörter für "feit":

feiten, feitje, feitjes

Alternate Synonyms for "feit":

data; gegeven

Verwandte Definitionen für "feit":

wat bekend is of wat je weet¹
- de feiten bewijzen dat hij het heeft gedaan¹

Related Synonyms for feit

bekend feit

¹Muiswerk Woordenboek