Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. een halt toeroepen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for een halt toeroepen in Niederländisch

een halt toeroepen:

een halt toeroepen Verb (roep een halt toe, roept een halt toe, riep een halt toe, riepen een halt toe, een halt toegeroepen)

  1. een halt toeroepen
    een halt toeroepen
    • een halt toeroepen Verb (roep een halt toe, roept een halt toe, riep een halt toe, riepen een halt toe, een halt toegeroepen)

Konjugationen für een halt toeroepen:

o.t.t.
  1. roep een halt toe
  2. roept een halt toe
  3. roept een halt toe
  4. roepen een halt toe
  5. roepen een halt toe
  6. roepen een halt toe
o.v.t.
  1. riep een halt toe
  2. riep een halt toe
  3. riep een halt toe
  4. riepen een halt toe
  5. riepen een halt toe
  6. riepen een halt toe
v.t.t.
  1. heb een halt toegeroepen
  2. hebt een halt toegeroepen
  3. heeft een halt toegeroepen
  4. hebben een halt toegeroepen
  5. hebben een halt toegeroepen
  6. hebben een halt toegeroepen
v.v.t.
  1. had een halt toegeroepen
  2. had een halt toegeroepen
  3. had een halt toegeroepen
  4. hadden een halt toegeroepen
  5. hadden een halt toegeroepen
  6. hadden een halt toegeroepen
o.t.t.t.
  1. zal een halt toeroepen
  2. zult een halt toeroepen
  3. zal een halt toeroepen
  4. zullen een halt toeroepen
  5. zullen een halt toeroepen
  6. zullen een halt toeroepen
o.v.t.t.
  1. zou een halt toeroepen
  2. zou een halt toeroepen
  3. zou een halt toeroepen
  4. zouden een halt toeroepen
  5. zouden een halt toeroepen
  6. zouden een halt toeroepen
diversen
  1. roep een halt toe!
  2. roept een halt toe!
  3. een halt toegeroepen
  4. een halt toeroepend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for een halt toeroepen