Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. de draak steken:


Niederländisch

Detailed Synonyms for de draak steken in Niederländisch

de draak steken:

de draak steken Verb (steek de draak, steekt de draak, stak de draak, staken de draak, de draak gestoken)

  1. de draak steken
    bespotten; spotten; de draak steken
    • bespotten Verb (bespot, bespotte, bespotten, bespot)
    • spotten Verb (spot, spotte, spotten, gespot)
    • de draak steken Verb (steek de draak, steekt de draak, stak de draak, staken de draak, de draak gestoken)

Konjugationen für de draak steken:

o.t.t.
  1. steek de draak
  2. steekt de draak
  3. steekt de draak
  4. steken de draak
  5. steken de draak
  6. steken de draak
o.v.t.
  1. stak de draak
  2. stak de draak
  3. stak de draak
  4. staken de draak
  5. staken de draak
  6. staken de draak
v.t.t.
  1. heb de draak gestoken
  2. hebt de draak gestoken
  3. heeft de draak gestoken
  4. hebben de draak gestoken
  5. hebben de draak gestoken
  6. hebben de draak gestoken
v.v.t.
  1. had de draak gestoken
  2. had de draak gestoken
  3. had de draak gestoken
  4. hadden de draak gestoken
  5. hadden de draak gestoken
  6. hadden de draak gestoken
o.t.t.t.
  1. zal de draak steken
  2. zult de draak steken
  3. zal de draak steken
  4. zullen de draak steken
  5. zullen de draak steken
  6. zullen de draak steken
o.v.t.t.
  1. zou de draak steken
  2. zou de draak steken
  3. zou de draak steken
  4. zouden de draak steken
  5. zouden de draak steken
  6. zouden de draak steken
diversen
  1. steek de draak!
  2. steekt de draak!
  3. de draak gestoken
  4. de draak stekend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Related Synonyms for de draak steken