Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. dans:
  2. dansen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for dans in Niederländisch

dans:

dans [de ~ (m)] Nomen

  1. de dans
    de dans; het dansje

Verwandte Wörter für "dans":


dans form of dansen:

dansen Verb (dans, danst, danste, dansten, gedanst)

  1. dansen
    dansen
    • dansen Verb (dans, danst, danste, dansten, gedanst)
  2. dansen
    – je lijf op de maat van de muziek bewegen 1
    dansen
    – je lijf op de maat van de muziek bewegen 1
    • dansen Verb (dans, danst, danste, dansten, gedanst)
      • toen de muziek begon, ging Bas dansen1
  3. dansen
    – wild op en neer bewegen 1
    dansen
    – wild op en neer bewegen 1
    • dansen Verb (dans, danst, danste, dansten, gedanst)
      • de letters begonnen voor mijn ogen te dansen1

Konjugationen für dansen:

o.t.t.
  1. dans
  2. danst
  3. danst
  4. dansen
  5. dansen
  6. dansen
o.v.t.
  1. danste
  2. danste
  3. danste
  4. dansten
  5. dansten
  6. dansten
v.t.t.
  1. heb gedanst
  2. hebt gedanst
  3. heeft gedanst
  4. hebben gedanst
  5. hebben gedanst
  6. hebben gedanst
v.v.t.
  1. had gedanst
  2. had gedanst
  3. had gedanst
  4. hadden gedanst
  5. hadden gedanst
  6. hadden gedanst
o.t.t.t.
  1. zal dansen
  2. zult dansen
  3. zal dansen
  4. zullen dansen
  5. zullen dansen
  6. zullen dansen
o.v.t.t.
  1. zou dansen
  2. zou dansen
  3. zou dansen
  4. zouden dansen
  5. zouden dansen
  6. zouden dansen
diversen
  1. dans!
  2. danst!
  3. gedanst
  4. dansend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "dansen":


Verwandte Definitionen für "dansen":

  1. je lijf op de maat van de muziek bewegen1
    • toen de muziek begon, ging Bas dansen1
  2. wild op en neer bewegen1
    • de letters begonnen voor mijn ogen te dansen1