Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. complimenteren:


Niederländisch

Detailed Synonyms for complimenteren in Niederländisch

complimenteren:

complimenteren Verb (complimenteer, complimenteert, complimenteerde, complimenteerden, gecomplimenteerd)

  1. complimenteren
    compliment maken; pluim geven; complimenteren; pluimpje geven

Konjugationen für complimenteren:

o.t.t.
  1. complimenteer
  2. complimenteert
  3. complimenteert
  4. complimenteren
  5. complimenteren
  6. complimenteren
o.v.t.
  1. complimenteerde
  2. complimenteerde
  3. complimenteerde
  4. complimenteerden
  5. complimenteerden
  6. complimenteerden
v.t.t.
  1. heb gecomplimenteerd
  2. hebt gecomplimenteerd
  3. heeft gecomplimenteerd
  4. hebben gecomplimenteerd
  5. hebben gecomplimenteerd
  6. hebben gecomplimenteerd
v.v.t.
  1. had gecomplimenteerd
  2. had gecomplimenteerd
  3. had gecomplimenteerd
  4. hadden gecomplimenteerd
  5. hadden gecomplimenteerd
  6. hadden gecomplimenteerd
o.t.t.t.
  1. zal complimenteren
  2. zult complimenteren
  3. zal complimenteren
  4. zullen complimenteren
  5. zullen complimenteren
  6. zullen complimenteren
o.v.t.t.
  1. zou complimenteren
  2. zou complimenteren
  3. zou complimenteren
  4. zouden complimenteren
  5. zouden complimenteren
  6. zouden complimenteren
diversen
  1. complimenteer!
  2. complimenteert!
  3. gecomplimenteerd
  4. complimeterend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze