Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Niederländisch ->übersetze bruis

Synonyms for "bruis" in Niederländisch

Übersicht

Niederländisch Synonyms: mehr Daten

bruis:
- bruis
bruisen:
- bruisen; gebubbel; borrelen; geborrel

Niederländisch

Detailed Synonyms for bruis in Niederländisch

bruis:

bruis [het ~] Nomen

het bruis
het bruis
- bruis [het ~] Nomen

Verwandte Wörter für "bruis":

bruisen

bruisen:

bruisen [znw.] Nomen

bruisen
bruisen; gebubbel; borrelen; het geborrel
- bruisen [znw.] Nomen
- gebubbel [znw.] Nomen
- borrelen [znw.] Nomen
- geborrel [het ~] Nomen

Verwandte Wörter für "bruisen":

bruis