Niederländisch
Detailed Synonyms for bladeren in Niederländisch
bladeren:
-
bladeren
-
bladeren
-
bladeren
Konjugationen für bladeren:
o.t.t.
- blader
- bladert
- bladert
- bladeren
- bladeren
- bladeren
o.v.t.
- bladerde
- bladerde
- bladerde
- bladerden
- bladerden
- bladerden
v.t.t.
- heb gebladerd
- hebt gebladerd
- heeft gebladerd
- hebben gebladerd
- hebben gebladerd
- hebben gebladerd
v.v.t.
- had gebladerd
- had gebladerd
- had gebladerd
- hadden gebladerd
- hadden gebladerd
- hadden gebladerd
o.t.t.t.
- zal bladeren
- zult bladeren
- zal bladeren
- zullen bladeren
- zullen bladeren
- zullen bladeren
o.v.t.t.
- zou bladeren
- zou bladeren
- zou bladeren
- zouden bladeren
- zouden bladeren
- zouden bladeren
diversen
- blader!
- bladert!
- gebladerd
- bladerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze