Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. binnenkomen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for binnenkomen in Niederländisch

binnenkomen:

binnenkomen Verb (kom binnen, komt binnen, kwam binnen, kwamen binnen, binnengekomen)

  1. binnenkomen
    betreden; binnenkomen; ingaan; binnentreden; binnengaan; binnenstappen; binnenlopen
    • betreden Verb (betreed, betreedt, betrad, betraden, betreden)
    • binnenkomen Verb (kom binnen, komt binnen, kwam binnen, kwamen binnen, binnengekomen)
    • ingaan Verb (ga in, gaat in, ging in, gingen in, ingegaan)
    • binnentreden Verb (treed binnen, treedt binnen, trad binnen, traden binnen, binnengetreden)
    • binnengaan Verb (ga binnen, gaat binnen, ging binnen, gingen binnen, binnengegaan)
    • binnenstappen Verb (stap binnen, stapt binnen, stapte binnen, stapten binnen, binnengestapt)
    • binnenlopen Verb (loop binnen, loopt binnen, liep binnen, liepen binnen, binnengelopen)
  2. binnenkomen
    – ergens in gaan 1
    binnenkomen
    – ergens in gaan 1
    • binnenkomen Verb (kom binnen, komt binnen, kwam binnen, kwamen binnen, binnengekomen)
      • komt u binnen, dokter Jansen1

Konjugationen für binnenkomen:

o.t.t.
  1. kom binnen
  2. komt binnen
  3. komt binnen
  4. komen binnen
  5. komen binnen
  6. komen binnen
o.v.t.
  1. kwam binnen
  2. kwam binnen
  3. kwam binnen
  4. kwamen binnen
  5. kwamen binnen
  6. kwamen binnen
v.t.t.
  1. ben binnengekomen
  2. bent binnengekomen
  3. is binnengekomen
  4. zijn binnengekomen
  5. zijn binnengekomen
  6. zijn binnengekomen
v.v.t.
  1. was binnengekomen
  2. was binnengekomen
  3. was binnengekomen
  4. waren binnengekomen
  5. waren binnengekomen
  6. waren binnengekomen
o.t.t.t.
  1. zal binnenkomen
  2. zult binnenkomen
  3. zal binnenkomen
  4. zullen binnenkomen
  5. zullen binnenkomen
  6. zullen binnenkomen
o.v.t.t.
  1. zou binnenkomen
  2. zou binnenkomen
  3. zou binnenkomen
  4. zouden binnenkomen
  5. zouden binnenkomen
  6. zouden binnenkomen
diversen
  1. kom binnen!
  2. komt binnen!
  3. binnengekomen
  4. binnekomend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Antonyme für "binnenkomen":


Verwandte Definitionen für "binnenkomen":

  1. ergens in gaan1
    • komt u binnen, dokter Jansen1

Related Synonyms for binnenkomen