Niederländisch
Detailed Synonyms for bak in Niederländisch
bak:
-
de bak
-
de bak
-
de bak
-
de bak
-
de bak
de gevangenis; de doos; de petoet; de lik; de strafgevangenis; strafplaats; de bak; de strafinrichting; het spinhuis; de nor; de bajes -
de bak
-
de bak
Verwandte Wörter für "bak":
bak form of bakken:
-
bakken
Konjugationen für bakken:
o.t.t.
- bak
- bakt
- bakt
- bakken
- bakken
- bakken
o.v.t.
- bakte
- bakte
- bakte
- bakten
- bakten
- bakten
v.t.t.
- heb gebakken
- hebt gebakken
- heeft gebakken
- hebben gebakken
- hebben gebakken
- hebben gebakken
v.v.t.
- had gebakken
- had gebakken
- had gebakken
- hadden gebakken
- hadden gebakken
- hadden gebakken
o.t.t.t.
- zal bakken
- zult bakken
- zal bakken
- zullen bakken
- zullen bakken
- zullen bakken
o.v.t.t.
- zou bakken
- zou bakken
- zou bakken
- zouden bakken
- zouden bakken
- zouden bakken
diversen
- bak!
- bakt!
- gebakken
- bakkende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
-
de bakken