Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. baal:
  2. balen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for baal in Niederländisch

baal:

baal [de ~] Nomen

  1. de baal
    de baal; de pak
    • baal [de ~] Nomen
    • pak [de ~ (m)] Nomen

Verwandte Wörter für "baal":

  • balen, baaltje, baaltjes

baal form of balen:

balen Verb (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

  1. balen
    balen
    • balen Verb (baal, baalt, baalde, baalden, gebaald)

Konjugationen für balen:

o.t.t.
  1. baal
  2. baalt
  3. baalt
  4. balen
  5. balen
  6. balen
o.v.t.
  1. baalde
  2. baalde
  3. baalde
  4. baalden
  5. baalden
  6. baalden
v.t.t.
  1. heb gebaald
  2. hebt gebaald
  3. heeft gebaald
  4. hebben gebaald
  5. hebben gebaald
  6. hebben gebaald
v.v.t.
  1. had gebaald
  2. had gebaald
  3. had gebaald
  4. hadden gebaald
  5. hadden gebaald
  6. hadden gebaald
o.t.t.t.
  1. zal balen
  2. zult balen
  3. zal balen
  4. zullen balen
  5. zullen balen
  6. zullen balen
o.v.t.t.
  1. zou balen
  2. zou balen
  3. zou balen
  4. zouden balen
  5. zouden balen
  6. zouden balen
diversen
  1. baal!
  2. baalt!
  3. gebaald
  4. balende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Wörter für "balen":