Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. agent:


Niederländisch

Detailed Synonyms for agent in Niederländisch

agent:

agent [de ~ (m)] Nomen

  1. de agent
    de politieagent; de konstabel; de agent; de gerechtsdienaar; de diender
  2. de agent
    de agent
  3. de agent
    – iemand die bij de politie werkt 1
    de agent
    – iemand die bij de politie werkt 1
    • agent [de ~ (m)] Nomen
      • deze agent heeft mij een bon gegeven1

Verwandte Wörter für "agent":

  • agenten, agents

Verwandte Definitionen für "agent":

  1. iemand die bij de politie werkt1
    • deze agent heeft mij een bon gegeven1

Related Synonyms for agent