Übersicht


Niederländisch

Detailed Synonyms for afzien van in Niederländisch

afzien van:

afzien van Verb

  1. afzien van
    opgeven; stoppen; afhaken; ophouden; afzien van; afvallen; eruitstappen; afzeggen
    • opgeven Verb (geef op, geeft op, gaf op, gaven op, opgegeven)
    • stoppen Verb (stop, stopt, stopte, stopten, gestopt)
    • afhaken Verb (haak af, haakt af, haakte af, haakten af, afgehaakt)
    • ophouden Verb (houd op, houdt op, hield op, hielden op, opgehouden)
    • afzien van Verb
    • afvallen Verb (val af, valt af, viel af, vielen af, afgevallen)
    • afzeggen Verb (zeg af, zegt af, zei af, zeiden af, afgezegd)

afzien van [znw.] Nomen

  1. afzien van
    afstappen; afzien van

Related Synonyms for afzien van