Übersicht
Niederländisch Synonyms:   mehr Daten
  1. afvragen:


Niederländisch

Detailed Synonyms for afvragen in Niederländisch

afvragen:

afvragen Verb (vraag af, vraagt af, vroeg af, vroegen af, afgevraagd)

  1. afvragen
    afvragen; verwonderen
    • afvragen Verb (vraag af, vraagt af, vroeg af, vroegen af, afgevraagd)
    • verwonderen Verb (verwonder, verwondert, verwonderde, verwonderden, verwonderd)
  2. afvragen
    – jezelf een vraag stellen en daarover nadenken 1
    afvragen
    – jezelf een vraag stellen en daarover nadenken 1
    • afvragen Verb (vraag af, vraagt af, vroeg af, vroegen af, afgevraagd)
      • Jan vroeg zich af of hij wel de juiste beslissing genomen had1

Konjugationen für afvragen:

o.t.t.
  1. vraag af
  2. vraagt af
  3. vraagt af
  4. vragen af
  5. vragen af
  6. vragen af
o.v.t.
  1. vroeg af
  2. vroeg af
  3. vroeg af
  4. vroegen af
  5. vroegen af
  6. vroegen af
v.t.t.
  1. heb afgevraagd
  2. hebt afgevraagd
  3. heeft afgevraagd
  4. hebben afgevraagd
  5. hebben afgevraagd
  6. hebben afgevraagd
v.v.t.
  1. had afgevraagd
  2. had afgevraagd
  3. had afgevraagd
  4. hadden afgevraagd
  5. hadden afgevraagd
  6. hadden afgevraagd
o.t.t.t.
  1. zal afvragen
  2. zult afvragen
  3. zal afvragen
  4. zullen afvragen
  5. zullen afvragen
  6. zullen afvragen
o.v.t.t.
  1. zou afvragen
  2. zou afvragen
  3. zou afvragen
  4. zouden afvragen
  5. zouden afvragen
  6. zouden afvragen
diversen
  1. vraag af!
  2. vraagt af!
  3. afgevraagd
  4. afvragende
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Verwandte Definitionen für "afvragen":

  1. jezelf een vraag stellen en daarover nadenken1
    • Jan vroeg zich af of hij wel de juiste beslissing genomen had1

Related Synonyms for afvragen