Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. vooroprijden:


Niederländisch

Detailübersetzungen für vooroprijden (Niederländisch) ins Französisch

vooroprijden:

vooroprijden Verb (rijd voorop, rijdt voorop, reed voorop, reden voorop, voorop gereden)

  1. vooroprijden (vooruitrijden)
    devancer; aller en avant; rouler en tête
    • devancer Verb (devance, devances, devançons, devancez, )

Konjugationen für vooroprijden:

o.t.t.
  1. rijd voorop
  2. rijdt voorop
  3. rijdt voorop
  4. rijden voorop
  5. rijden voorop
  6. rijden voorop
o.v.t.
  1. reed voorop
  2. reed voorop
  3. reed voorop
  4. reden voorop
  5. reden voorop
  6. reden voorop
v.t.t.
  1. heb voorop gereden
  2. hebt voorop gereden
  3. heeft voorop gereden
  4. hebben voorop gereden
  5. hebben voorop gereden
  6. hebben voorop gereden
v.v.t.
  1. had voorop gereden
  2. had voorop gereden
  3. had voorop gereden
  4. hadden voorop gereden
  5. hadden voorop gereden
  6. hadden voorop gereden
o.t.t.t.
  1. zal vooroprijden
  2. zult vooroprijden
  3. zal vooroprijden
  4. zullen vooroprijden
  5. zullen vooroprijden
  6. zullen vooroprijden
o.v.t.t.
  1. zou vooroprijden
  2. zou vooroprijden
  3. zou vooroprijden
  4. zouden vooroprijden
  5. zouden vooroprijden
  6. zouden vooroprijden
diversen
  1. rijd voorop!
  2. rijdt voorop!
  3. voorop gereden
  4. vooroprijdend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

vooroprijden [znw.] Nomen

  1. vooroprijden (voorrijden)
    le fait d'avancer

Übersetzung Matrix für vooroprijden:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
fait d'avancer vooroprijden; voorrijden
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aller en avant vooroprijden; vooruitrijden iemand voorgaan; vooruitgaan; voorwaarts gaan
devancer vooroprijden; vooruitrijden aftroeven; naar voren staan; overtroeven
rouler en tête vooroprijden; vooruitrijden