Niederländisch
Detailübersetzungen für opveren (Niederländisch) ins Französisch
opveren:
-
opveren (veren)
-
opveren
rebondir; sursauter; tressauter-
rebondir Verb (rebondis, rebondit, rebondissons, rebondissez, rebondissent, rebondissais, rebondissait, rebondissions, rebondissiez, rebondissaient, rebondîmes, rebondîtes, rebondirent, rebondirai, rebondiras, rebondira, rebondirons, rebondirez, rebondiront)
-
sursauter Verb (sursaute, sursautes, sursautons, sursautez, sursautent, sursautais, sursautait, sursautions, sursautiez, sursautaient, sursautai, sursautas, sursauta, sursautâmes, sursautâtes, sursautèrent, sursauterai, sursauteras, sursautera, sursauterons, sursauterez, sursauteront)
-
tressauter Verb (tressaute, tressautes, tressautons, tressautez, tressautent, tressautais, tressautait, tressautions, tressautiez, tressautaient, tressautai, tressautas, tressauta, tressautâmes, tressautâtes, tressautèrent, tressauterai, tressauteras, tressautera, tressauterons, tressauterez, tressauteront)
-
Konjugationen für opveren:
o.t.t.
- veer op
- veert op
- veert op
- veren op
- veren op
- veren op
o.v.t.
- veerde op
- veerde op
- veerde op
- veerden op
- veerden op
- veerden op
v.t.t.
- ben opgeveerd
- bent opgeveerd
- is opgeveerd
- zijn opgeveerd
- zijn opgeveerd
- zijn opgeveerd
v.v.t.
- was opgeveerd
- was opgeveerd
- was opgeveerd
- waren opgeveerd
- waren opgeveerd
- waren opgeveerd
o.t.t.t.
- zal opveren
- zult opveren
- zal opveren
- zullen opveren
- zullen opveren
- zullen opveren
o.v.t.t.
- zou opveren
- zou opveren
- zou opveren
- zouden opveren
- zouden opveren
- zouden opveren
diversen
- veer op!
- veert op!
- opgeveerd
- opverend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze
Übersetzung Matrix für opveren:
Noun | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
sursauter | opschrikken | |
Verb | Verwandte Übersetzungen | Weitere Übersetzungen |
faire ressort | opveren; veren | |
rebondir | opveren | afstuiten; butsen; kaatsen; ketsen; terugspringen; terugstuiten |
sursauter | opveren | heen en weer zwaaien; opschrikken; slingeren; zwaaien; zwenken |
tressauter | opveren | heen en weer zwaaien; slingeren; zwaaien; zwenken |
être élastique | opveren; veren |