Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. inkankeren:


Niederländisch

Detailübersetzungen für inkankeren (Niederländisch) ins Französisch

inkankeren:

inkankeren Verb (kanker in, kankert in, kankerde in, kankerden in, ingekankerd)

  1. inkankeren
    ronger; s'invétérer
    • ronger Verb (ronge, ronges, rongeons, rongez, )

Konjugationen für inkankeren:

o.t.t.
  1. kanker in
  2. kankert in
  3. kankert in
  4. kankeren in
  5. kankeren in
  6. kankeren in
o.v.t.
  1. kankerde in
  2. kankerde in
  3. kankerde in
  4. kankerden in
  5. kankerden in
  6. kankerden in
v.t.t.
  1. heb ingekankerd
  2. hebt ingekankerd
  3. heeft ingekankerd
  4. hebben ingekankerd
  5. hebben ingekankerd
  6. hebben ingekankerd
v.v.t.
  1. had ingekankerd
  2. had ingekankerd
  3. had ingekankerd
  4. hadden ingekankerd
  5. hadden ingekankerd
  6. hadden ingekankerd
o.t.t.t.
  1. zal inkankeren
  2. zult inkankeren
  3. zal inkankeren
  4. zullen inkankeren
  5. zullen inkankeren
  6. zullen inkankeren
o.v.t.t.
  1. zou inkankeren
  2. zou inkankeren
  3. zou inkankeren
  4. zouden inkankeren
  5. zouden inkankeren
  6. zouden inkankeren
en verder
  1. is ingekankerd
diversen
  1. kanker in!
  2. kankert in!
  3. ingekankerd
  4. inkankerend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inkankeren:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
ronger inkankeren inbijten; invreten; kluiven; knabbelen; knagen; knauwen; peuzelen
s'invétérer inkankeren