Übersicht
Niederländisch nach Französisch:   mehr Daten
  1. grift:
  2. griffen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für grift (Niederländisch) ins Französisch

grift:

grift [de ~] Nomen

  1. de grift (griffel; schrijfstift)
    le feutre; le stylo; la plume; le crayon d'ardoise

Übersetzung Matrix für grift:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
crayon d'ardoise griffel; grift; schrijfstift
feutre griffel; grift; schrijfstift hoofddeksel; kleurstift; muts; pen; pet; schrijfstift; vilt; viltstift
plume griffel; grift; schrijfstift ballpoint; balpen; pen; pluim; schrijfstift; veer
stylo griffel; grift; schrijfstift ballpoint; balpen; pen; pluim; schrijfstift; veer

griffen:

griffen Verb (grif, grift, grifde, grifden, gegrift)

  1. griffen (met een stift inkrassen; graveren; griffelen)
    graver
    • graver Verb (grave, graves, gravons, gravez, )

Konjugationen für griffen:

o.t.t.
  1. grif
  2. grift
  3. grift
  4. griffen
  5. griffen
  6. griffen
o.v.t.
  1. grifde
  2. grifde
  3. grifde
  4. grifden
  5. grifden
  6. grifden
v.t.t.
  1. heb gegrift
  2. hebt gegrift
  3. heeft gegrift
  4. hebben gegrift
  5. hebben gegrift
  6. hebben gegrift
v.v.t.
  1. had gegrift
  2. had gegrift
  3. had gegrift
  4. hadden gegrift
  5. hadden gegrift
  6. hadden gegrift
o.t.t.t.
  1. zal griffen
  2. zult griffen
  3. zal griffen
  4. zullen griffen
  5. zullen griffen
  6. zullen griffen
o.v.t.t.
  1. zou griffen
  2. zou griffen
  3. zou griffen
  4. zouden griffen
  5. zouden griffen
  6. zouden griffen
diversen
  1. grif!
  2. grift!
  3. gegrift
  4. griffend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für griffen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
graver graveren; griffelen; griffen; met een stift inkrassen branden; creneleren; een inkeping maken; etsen; graveren; groeven; ingraveren; inkepen; inkerven; insnijden; kepen; kerven; uitbeitelen; uitbikken