Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Französisch ->übersetze gebroddel

übersetze gebroddel von Niederländische ins Französisch

Übersicht

Niederländisch nach Französisch: mehr Daten

gebroddel:
- bousillage; bricolage; maladresse; niaiserie; tripotage; inhabilité; musardise; musarderie; pataugeage

Niederländisch

Detailübersetzungen für gebroddel (Niederländisch) ins Französisch

gebroddel:

gebroddel [het ~] Nomen

het gebroddel (geklungel)
le bousillage; le bricolage; la maladresse; la niaiserie; le tripotage; l'inhabilité; la musardise; la musarderie; le pataugeage
- bousillage [le ~] Nomen
- bricolage [le ~] Nomen
- maladresse [la ~] Nomen
- niaiserie [la ~] Nomen
- tripotage [le ~] Nomen
- inhabilité [la ~] Nomen
- musardise [la ~] Nomen
- musarderie [la ~] Nomen
- pataugeage [le ~] Nomen

Übersetzung Matrix für gebroddel:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
bousillage	gebroddel; geklungel	bedrog; broddelwerk; gehannes; geklieder; geknoei; gemodder; gestuntel; kladwerk; kliederen; knoeiboel; knoeierij; knoeiwerk; knutselwerk; nep; oplichterij; prutswerk; rommel; troep; warboel; warhoop; warwinkel; zootje; zwendelarij
bricolage	gebroddel; geklungel	broddelwerk; doe-het-zelf-werk; geknoei; geknutsel; gesjoemel; huisvlijt; kladwerk; knoeiwerk; knutselarij; knutselen; knutselwerk; prutswerk
inhabilité	gebroddel; geklungel	onbevoegdheid
maladresse	gebroddel; geklungel	blunder; flater; gehaspel; onbeholpenheid; onhandigheid; stumperigheid
musarderie	gebroddel; geklungel
musardise	gebroddel; geklungel
niaiserie	gebroddel; geklungel	kinderlijkheid; naïveteit; naïviteit; ongein; onnozelheid; schaapachtigheid; simpelheid
pataugeage	gebroddel; geklungel	geknoei; gemodder; geploeter; gezwoeg
tripotage	gebroddel; geklungel	afdingen; afpingelarij; gemier; geritsel; gerommel; gescharrel; gesjacher; gezeur; handjeklap