Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. toepasselijk:
  2. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für toepasselijk (Niederländisch) ins Spanisch

toepasselijk:

toepasselijk Adjektiv

  1. toepasselijk (treffend)
    apropiado; asombroso; notable

Übersetzung Matrix für toepasselijk:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
notable notabel; notabele
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
apropiado toepasselijk; treffend adequaat; billijk; doelmatig; doeltreffend; effectief; efficiënt; gepast; geschikt; geëigend; juist; krachtig; passend; redelijk; schappelijk; toepasbaar; zinrijk; zinvol
asombroso toepasselijk; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; behoorlijk; curieus; enorm; fenomenaal; flink; fors; groots; imponerend; imposant; indrukwekkend; merkwaardig; miraculeus; ongelofelijk; ontzaggelijk; ontzagwekkend; opzienbarend; overdonderend; overweldigend; verbazend; verbazingwekkend; verbijsterend; verwonderend; verwonderingwekkend; verwonderlijk; vreemd; wonderbaar; wonderbaarlijk; wonderlijk
notable toepasselijk; treffend aanmerkelijk; aanzienlijk; beduidend; befaamd; behoorlijk; beslist; besluitvaardig; danig; dapper; deftig; duchtig; eerbiedwekkend; enorm; fier; flink; fors; frappant; geacht; gedecideerd; gedistingeerd; heldhaftig; heroïsch; hooggeplaatst; hooggezeten; in het oog lopend; in het oog springend; indrukwekkend; kloek; kordaat; majestueus; moedig; nobel; noemenswaardig; onverschrokken; opmerkelijk; opmerkenswaardig; opvallend; parmant; parmantig; plechtig; plechtstatig; prominent; resoluut; royaal; saillant; statig; stoer; stout; stoutmoedig; treffend; trots; vastberaden; vermeldenswaard; vermeldenswaardig; vooraanstaand; vooraanstaande; voornaam; vorstelijk

Verwandte Wörter für "toepasselijk":

  • toepasselijkheid, toepasselijker, toepasselijkere, toepasselijkst, toepasselijkste, toepasselijke

Wiktionary Übersetzungen für toepasselijk:


Cross Translation:
FromToVia
toepasselijk aplicable; pertinente applicable — suitable for application; relevant
toepasselijk apropiado appropriate — peculiar, suitable, fit, proper
toepasselijk apto; apropiado; acertado; oportuno apt — fit or fitted; suited; suitable; appropriate
toepasselijk aplicable applicable — Qui doit ou pouvoir appliquer.
toepasselijk acomodado; adecuado; útil; utilizable; oportuno; cómodo; conveniente; decente convenable — Qui est approprier, qui convient à quelqu’un ou à quelque chose.
toepasselijk sensato; juicioso; cuerdo; acertado; escarcha; conveniente raisonnable — Qui douer de raison, qui a la faculté de raisonner.