Niederländisch

Detailübersetzungen für overtroeven (Niederländisch) ins Spanisch

overtroeven:

overtroeven Verb (overtroef, overtroeft, overtroefde, overtroefden, overtroefd)

  1. overtroeven (aftroeven)

Konjugationen für overtroeven:

o.t.t.
  1. overtroef
  2. overtroeft
  3. overtroeft
  4. overtroeven
  5. overtroeven
  6. overtroeven
o.v.t.
  1. overtroefde
  2. overtroefde
  3. overtroefde
  4. overtroefden
  5. overtroefden
  6. overtroefden
v.t.t.
  1. heb overtroefd
  2. hebt overtroefd
  3. heeft overtroefd
  4. hebben overtroefd
  5. hebben overtroefd
  6. hebben overtroefd
v.v.t.
  1. had overtroefd
  2. had overtroefd
  3. had overtroefd
  4. hadden overtroefd
  5. hadden overtroefd
  6. hadden overtroefd
o.t.t.t.
  1. zal overtroeven
  2. zult overtroeven
  3. zal overtroeven
  4. zullen overtroeven
  5. zullen overtroeven
  6. zullen overtroeven
o.v.t.t.
  1. zou overtroeven
  2. zou overtroeven
  3. zou overtroeven
  4. zouden overtroeven
  5. zouden overtroeven
  6. zouden overtroeven
en verder
  1. ben overtroefd
  2. bent overtroefd
  3. is overtroefd
  4. zijn overtroefd
  5. zijn overtroefd
  6. zijn overtroefd
diversen
  1. overtroef!
  2. overtroeft!
  3. overtroefd
  4. overtroevend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

overtroeven [znw.] Nomen

  1. overtroeven (aftroeven)

Übersetzung Matrix für overtroeven:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
contrafallar aftroeven; overtroeven
marcar un tanto a costa de una persona aftroeven; overtroeven
matar con triunfo aftroeven; overtroeven
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
aventajar aftroeven; overtroeven
eclipsar aftroeven; overtroeven
exceder aftroeven; overtroeven overbieden; overstijgen; overtreffen
sobrepasar aftroeven; overtroeven afsteken; eruit springen; in het oog lopen; opvallen; overbieden; overstijgen; overtreffen; overvleugelen; uitspringen; uitsteken; voorbijstreven
sobreponerse a aftroeven; overtroeven
sobrepujar aftroeven; overtroeven overbieden; overstijgen; overtreffen; voorbijstreven
triunfar aftroeven; overtroeven behalen; de overwinning behalen; overwinnen; te boven komen; triomferen; verkrijgen; verslaan; winnen; zegepralen; zegevieren

Computerübersetzung von Drittern: