Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. opwaaien:


Niederländisch

Detailübersetzungen für opwaaien (Niederländisch) ins Spanisch

opwaaien:

opwaaien Verb (waai op, waait op, waaide op, waaiden op, opgewaaid)

  1. opwaaien

Konjugationen für opwaaien:

o.t.t.
  1. waai op
  2. waait op
  3. waait op
  4. waaien op
  5. waaien op
  6. waaien op
o.v.t.
  1. waaide op
  2. waaide op
  3. waaide op
  4. waaiden op
  5. waaiden op
  6. waaiden op
v.t.t.
  1. ben opgewaaid
  2. bent opgewaaid
  3. is opgewaaid
  4. zijn opgewaaid
  5. zijn opgewaaid
  6. zijn opgewaaid
v.v.t.
  1. was opgewaaid
  2. was opgewaaid
  3. was opgewaaid
  4. waren opgewaaid
  5. waren opgewaaid
  6. waren opgewaaid
o.t.t.t.
  1. zal opwaaien
  2. zult opwaaien
  3. zal opwaaien
  4. zullen opwaaien
  5. zullen opwaaien
  6. zullen opwaaien
o.v.t.t.
  1. zou opwaaien
  2. zou opwaaien
  3. zou opwaaien
  4. zouden opwaaien
  5. zouden opwaaien
  6. zouden opwaaien
diversen
  1. waai op!
  2. waait op!
  3. opgewaaid
  4. opwaaiend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für opwaaien:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
revolotear opwaaien dwarrelen; kolken; naar beneden zweven; wervelen; wielen; zwermen
volar opwaaien inscheuren; laten exploderen; navigeren; opblazen; per vliegtuig reizen; scheuren; vliegen; vliegtuig besturen; voorbijvliegen
OtherVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
volar laten exploderen; opblazen