Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze onzalig

übersetze onzalig von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

onzalig:
- desafortunado; desgraciado; desdichado

Niederländisch

Detailübersetzungen für onzalig (Niederländisch) ins Spanisch

onzalig:

onzalig Adjektiv

onzalig (ongelukkig)
desafortunado; desgraciado; desdichado
- desafortunado Adjektiv
- desgraciado Adjektiv
- desdichado Adjektiv

Übersetzung Matrix für onzalig:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
desdichado		drommel; stakker; stumper; zielenpiet
desgraciado		bastaard; buitenechtelijk kind; drommel; ellendeling; etter; etterbak; galbak; hork; kinkel; klier; kreng; lelijkerd; lomperd; mispunt; ongelukkige; proleet; schlemiel; schoft; schurk; slemiel; slungel; smeerlap; stakker; stuk ongeluk; stumper; sukkel; vlegel; watje; zielenpiet
Modifier	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
desafortunado	ongelukkig; onzalig	heilloos; kansarm; misdeeld; noodlottig; onfortuinlijk; ongelukkig; rampspoedig; vol tegenslag
desdichado	ongelukkig; onzalig	onfortuinlijk; ongelukkig; onvolwaardig
desgraciado	ongelukkig; onzalig	betreurenswaardig; deerlijk; godgeklaagd; hemeltergend; jammer; jammerlijk; naar; naargeestig; onbevredigend; onfortuinlijk; ongelukkig; ontoereikend; onvoldoende; onvolwaardig; rampspoedig; rouwig; schandalig; schandelijk; sneu; somber; spijtig; teleurstellend; ten hemel schreiend; treurig; verdrietig; verfoeilijk; vol tegenslag; zeer ergerlijk

Verwandte Wörter für "onzalig":

onzalige

Computerübersetzung von Drittern: