Home ->Wörterbücher ->Niederländisch/Spanisch ->übersetze landheer

übersetze landheer von Niederländische ins Spanisch

Übersicht

Niederländisch nach Spanisch: mehr Daten

landheer:
- propietario; terrateniente; hacendado; propietario de tierras; señor feudal
Wiktionary:
- landheer → castellano

Niederländisch

Detailübersetzungen für landheer (Niederländisch) ins Spanisch

landheer:

landheer [de ~ (m)] Nomen

de landheer (grondbezitter; landbezitter; landeigenaar; grondeigenaar)
el propietario; el terrateniente; el hacendado; el propietario de tierras; el señor feudal
- propietario [el ~] Nomen
- terrateniente [el ~] Nomen
- hacendado [el ~] Nomen
- propietario de tierras [el ~] Nomen
- señor feudal [el ~] Nomen

Übersetzung Matrix für landheer:

Noun	Verwandte Übersetzungen	Weitere Übersetzungen
hacendado	grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer	grote boer; herenboer; hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder
propietario	grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer	bezitter; conciërge; drager; eigenaar; hospes; houder; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder; portier
propietario de tierras	grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer	hospes; huisbaas; huisheer; huurbaas; kamerverhuurder
señor feudal	grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer
terrateniente	grondbezitter; grondeigenaar; landbezitter; landeigenaar; landheer

Verwandte Wörter für "landheer":

landheren

Wiktionary Übersetzungen für landheer:

Cross Translation:

From	To	Via
• landheer	→ castellano	↔ lord — master of a household