Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. ingelast:
  2. inlassen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für ingelast (Niederländisch) ins Spanisch

ingelast:

ingelast Adjektiv

  1. ingelast (ingevoegd; tussengeschoven)
    insertado

Übersetzung Matrix für ingelast:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
insertado ingelast; ingevoegd; tussengeschoven

ingelast form of inlassen:

inlassen Verb (las in, last in, laste in, lasten in, ingelast)

  1. inlassen

Konjugationen für inlassen:

o.t.t.
  1. las in
  2. last in
  3. last in
  4. lassen in
  5. lassen in
  6. lassen in
o.v.t.
  1. laste in
  2. laste in
  3. laste in
  4. lasten in
  5. lasten in
  6. lasten in
v.t.t.
  1. heb ingelast
  2. hebt ingelast
  3. heeft ingelast
  4. hebben ingelast
  5. hebben ingelast
  6. hebben ingelast
v.v.t.
  1. had ingelast
  2. had ingelast
  3. had ingelast
  4. hadden ingelast
  5. hadden ingelast
  6. hadden ingelast
o.t.t.t.
  1. zal inlassen
  2. zult inlassen
  3. zal inlassen
  4. zullen inlassen
  5. zullen inlassen
  6. zullen inlassen
o.v.t.t.
  1. zou inlassen
  2. zou inlassen
  3. zou inlassen
  4. zouden inlassen
  5. zouden inlassen
  6. zouden inlassen
en verder
  1. ben ingelast
  2. bent ingelast
  3. is ingelast
  4. zijn ingelast
  5. zijn ingelast
  6. zijn ingelast
diversen
  1. las in!
  2. last in!
  3. ingelast
  4. inlassend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für inlassen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
intercalar tussenzetten
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
insertar inlassen aangrijpen; aanwenden; benutten; erbij doen; gebruiken; inbrengen; inleggen; inpassen; insluiten; invoegen; inzet tonen; inzetten; passen in; toepassen; toevoegen; tussen zetten; tussenlassen; tussenleggen; voegen
intercalar inlassen inbedden; inbrengen; inpassen; invoegen; passen in

Verwandte Wörter für "inlassen":