Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. godsvruchtig:


Niederländisch

Detailübersetzungen für godsvruchtig (Niederländisch) ins Spanisch

godsvruchtig:

godsvruchtig Adjektiv

  1. godsvruchtig (devoot; vroom)
    dedicado; piadoso; religioso; devoto; devotamente; iglesero; con devoción

Übersetzung Matrix für godsvruchtig:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
devoto godsdienstige; godvruchtige; vrome
religioso broeder-onderwijzer; broeders; broers; frater; godsdienstige; godvruchtige; kloosterbroeder; lekenbroeder; ordebroeder; vrome
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
con devoción devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
dedicado devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; gewijd; godsdienstig; godvruchtig; heilig; kerkelijk; religieus; toegewijd; vroom
devotamente devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
devoto devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; godzalig; kerkelijk; religieus; toegewijd; vroom
iglesero devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; kerkelijk; religieus; vroom
piadoso devoot; godsvruchtig; vroom barmhartig; deelnemend; godsdienstig; godzalig; goedgelovig; mededogend; medelijdend; meewarig; naïef; religieus; vroom
religioso devoot; godsvruchtig; vroom geestelijk; gelovig; godsdienstig; godvruchtig; godzalig; kerkelijk; kerks; kerksgezind; religieus; vroom

Verwandte Wörter für "godsvruchtig":

  • godsvruchtige