Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gewerveld:
  2. wervelen:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gewerveld (Niederländisch) ins Spanisch

gewerveld:

gewerveld Adjektiv

  1. gewerveld

Übersetzung Matrix für gewerveld:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
articulado gewerveld geschakeld

Wiktionary Übersetzungen für gewerveld:


Cross Translation:
FromToVia
gewerveld vertebrado vertebrate — having a backbone

wervelen:

wervelen Verb (wervel, wervelt, wervelde, wervelden, gewerveld)

  1. wervelen (wielen; kolken)

Konjugationen für wervelen:

o.t.t.
  1. wervel
  2. wervelt
  3. wervelt
  4. wervelen
  5. wervelen
  6. wervelen
o.v.t.
  1. wervelde
  2. wervelde
  3. wervelde
  4. wervelden
  5. wervelden
  6. wervelden
v.t.t.
  1. heb gewerveld
  2. hebt gewerveld
  3. heeft gewerveld
  4. hebben gewerveld
  5. hebben gewerveld
  6. hebben gewerveld
v.v.t.
  1. had gewerveld
  2. had gewerveld
  3. had gewerveld
  4. hadden gewerveld
  5. hadden gewerveld
  6. hadden gewerveld
o.t.t.t.
  1. zal wervelen
  2. zult wervelen
  3. zal wervelen
  4. zullen wervelen
  5. zullen wervelen
  6. zullen wervelen
o.v.t.t.
  1. zou wervelen
  2. zou wervelen
  3. zou wervelen
  4. zouden wervelen
  5. zouden wervelen
  6. zouden wervelen
diversen
  1. wervel!
  2. wervelt!
  3. gewerveld
  4. wervelend
1. ik, 2. je/jij, 3. hij/zij/het, 4. we. 5. jullie, 6. zij/ze

Übersetzung Matrix für wervelen:

VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
dar vueltas kolken; wervelen; wielen buitelen; cirkelen; de ronde doen; draaien; duikelen; duizelen; flikkeren; in de war maken; kantelen; kelderen; kiepen; kieperen; kolken; rollen; ronddraaien; rondgaan; rondtollen; roteren; tollen; tuimelen; vallen; verrollen; wentelen; zwieren
girar como una rueda kolken; wervelen; wielen
revolotear kolken; wervelen; wielen dwarrelen; naar beneden zweven; opwaaien; zwermen

Verwandte Wörter für "wervelen":