Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. gestrengheid:
  2. gestreng:
  3. Wiktionary:


Niederländisch

Detailübersetzungen für gestrengheid (Niederländisch) ins Spanisch

gestrengheid:


gestreng:

gestreng Adjektiv

  1. gestreng (niet toegevend; streng)
    severo; rígido; inflexible

Übersetzung Matrix für gestreng:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
inflexible gestreng; niet toegevend; streng hard; hardop; luid; onbuigzaam; onverbiddelijk; onverbiddelijke; onvermurwbaar; onverzettelijk; stijfkoppig; stug; taai
rígido gestreng; niet toegevend; streng onbuigbaar; onbuigzaam; onverbiddelijk; onvermurwbaar; scherp; stijfjes; stokstijf; vlijmend; vlijmscherp
severo gestreng; niet toegevend; streng corpulent; dik; doordringend; emotieloos; gevoelloos; gezet; hard; hardop; hardvochtig; harteloos; indringend; liefdeloos; lijvig; luid; ongevoelig; onvermurwbaar; schel klinkend; scherp; streng; strikt; stringent; vlijmend; vlijmscherp; zielloos; zwaarlijvig

Verwandte Wörter für "gestreng":


Wiktionary Übersetzungen für gestreng:


Cross Translation:
FromToVia
gestreng severo; duro; severa; riguroso; dura; rigurosa gestrengveraltend: die Einhaltung der festgelegten Ordnung oder bestimmter Regeln gebietend
gestreng estricto; restrictivo; rígido; severo stringent — Strict; binding strongly; making strict requirements; restrictive; rigid; severe