Übersicht
Niederländisch nach Spanisch:   mehr Daten
  1. bijdetijds:


Niederländisch

Detailübersetzungen für bijdetijds (Niederländisch) ins Spanisch

bijdetijds:

bijdetijds Adjektiv

  1. bijdetijds (actueel; modern)
    al día; moderno

Übersetzung Matrix für bijdetijds:

ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
al día actueel; bijdetijds; modern contemporain; daags; eigentijds; hedendaags; hedendaagse; huidig; modern; tegenwoordig; van nu; van vandaag
moderno actueel; bijdetijds; modern contemporain; eigentijds; flitsend; hedendaags; hedendaagse; hip; in de mode; modern; nieuwerwets; onaangebroken; onaangeroerd; onaangetast; ongebruikt; ongeopend; snel; trendy; vlot

Verwandte Wörter für "bijdetijds":

  • bijdetijdse