Übersicht
Niederländisch nach Englisch:   mehr Daten
  1. twist uit de weg ruimen:


Niederländisch

Detailübersetzungen für twist uit de weg ruimen (Niederländisch) ins Englisch

twist uit de weg ruimen:

twist uit de weg ruimen Verb

  1. twist uit de weg ruimen (afhandelen; beslechten; afdoen)
    to settle; to entomb; to take off; to put out; to inter; to do out; to remove
    • settle Verb (settles, settled, settling)
    • entomb Verb (entombs, entombed, entombing)
    • take off Verb (takes off, took off, taking off)
    • put out Verb (puts out, put out, putting out)
    • inter Verb (inters, interred, interring)
    • do out Verb (does out, did out, doing out)
    • remove Verb (removes, removed, removing)

Übersetzung Matrix für twist uit de weg ruimen:

NounVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
remove afnemen; afstoffen; afwissen
VerbVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
do out afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen
entomb afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen
inter afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen begraven; ter aarde bestellen
put out afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanbesteden; afzetten; blussen; doven; ontstemmen; smoren; stilzetten; stoppen; tot stilstand brengen; uitbesteden; uitblussen; uitdoen; uitdoven; uitmaken; uitschakelen; uitzetten
remove afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanrekenen; aanwrijven; afnemen; afscheiden; afstoffen; afvoeren; afzonderen; dalen; declineren; demonteren; disloqueren; ecarteren; iemand iets verwijten; kwalijk nemen; ledigen; leeghalen; leegmaken; lichten; lozen; minder worden; minderen; ontmantelen; onttakelen; ontzetten; reinigen; roeren; schoonmaken; schoonpoetsen; stoffen; tanen; teruggaan; uit de macht ontzetten; uit elkaar halen; uit elkaar nemen; uiteen nemen; uithalen; uitscheiden; uitstoten; uitwerpen; verhuizen; verleggen; verminderen; verplaatsen; verschikken; verschuiven; vervallen; vervoeren; vervreemden; verwijderen; verzetten; wegbrengen; wegdoen; weghalen; wegleiden; wegnemen; wegvoeren; wegwerken; zuiveren
settle afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanzuiveren; betalen; bezinken; bijleggen; effenen; egaliseren; genoegdoen; goedmaken; koloniseren; nabetalen; neerstrijken; plaatsnemen; regelen; rekening betalen; ruzie afsluiten; ruzie bijleggen; schikken; settelen; vereffenen; verrekenen; verzoenen; vestigen; voldoen; zich nestelen; zich vestigen
take off afdoen; afhandelen; beslechten; twist uit de weg ruimen aanbreken; aanvangen; afreizen; afsteken; afvaren; beginnen; de hoogte ingaan; een begin nemen; heengaan; in de lucht omhoogstijgen; intreden; inzetten; kopiëren; nabootsen; namaken; omhoogkomen; ontkleden; op gang komen; opstappen; opstijgen; opvliegen; smeren; starten; stijgen; uitdoen; uitkleden; uittrekken; van start gaan; verdwijnen; verlaten; vertrekken; verwijderen; weggaan; wegreizen; wegtrekken; wegvaren
ModifierVerwandte ÜbersetzungenWeitere Übersetzungen
put out gepikeerd; geprikkeld; misnoegd; ontstemd; wrevelig

Computerübersetzung von Drittern:

Verwandte Übersetzungen für twist uit de weg ruimen